een (onverwachte) tussenstop

10 januari 2020 - Mengoub, Marokko

Vandaag, 6 januari, vertrekken we uit Figuig. Liesbeth ontbijt met handschoenen aan. Het vriest ’s nachts licht. We wassen, af, we ruimen op. Wim praat nog uitgebreid met Zwitsers die gisteren zijn aangekomen met een grote terreintruck om de Sahara in te gaan. We drinken een koffie en willen afrekenen. De camping accepteert alleen cash. Dan moeten we eerst nog het dorp in. Uiteindelijk rijden we iets voor 12 uur Figuig uit. Op weg naar N17 richting Bouarfa en ook op zoek naar een weg tussendoor naar  (El) Mengoub.

Ikram heeft ons de route afgeraden: ’A bad route’. De eerste agenten aan de rand van het dorp zeggen dat de route is afgesloten. Het tweede koppel vertelt dat de weg slecht is. Niet doen. We komen op het punt waar de R 602 naar Mengoub begint. Er staat een wegwijzer. Je raadt het al: toch in gegaan. Het begin ziet er uit als een normale weg. Google maps geeft een ‘normale’ gele weg, de kaart een ‘piste’. We komen bij een controlepost van het leger.  De masten op de foto zijn van het leger. De militair overlegt met iemand en we mogen door. Hij maakt foto’s van ons kenteken, waarmee ze direct alle gegevens van ons hebben.

                                                                         begin route R602

De weg ziet er goed uit. Beter dan de keienwegen in Rusland, zeggen we tegen elkaar. Nergens staat een wegwijzer. We kiezen steeds de meest bereden afslag en soms denken we qua richting ‘oh ja, hier naar rechts’.  Sommige wegen zijn afgesloten met keien, ook duidelijk. We nemen één keer een verkeerde afslag en worden door twee jonge mannen in een 4x4 gewezen op de andere afslag.  We steken een rivierbedding over en komen bij een groepje berbertenten en leemhuizen. Er staat een man buiten, hij wenkt. We krijgen een hand en een glimlach van een echte berber met een haveloos gebit. De weg naar Mengoub weet hij te duiden. We gaan dat pad in.

                                                            piste R 602

4G valt uit, geen bereik meer in dit gebied. We rijden in een brede strook niemandsland tussen een bergrug en de Algerijnse grens. De ‘grens’ is niet veel meer dan een aarden wal, die ook nog regelmatig onderbroken is. Smokkelen is hier eenvoudig, zeggen we tegen elkaar. Onze Garmin toont geen kaarten van Marokko ondanks de geladen updates. We kunnen dus ook niet op coördinaten rijden.  We zien voor ons het verloop van het pad waarop we rijden, maar de weg wordt wel slechter. Dieper sporen en nog twee keer een rivierbedding kruisen. Tot slot om ongeveer half 3 naderen we de Algerijnse grens  tot op een kilometer. We rijden een rivierbedding is, die steil is. Te steil en te veel los zand. De auto komt op de helling uit de bedding niet meer voor of achteruit. Door de automaat ‘spinnen’ de wielen zich dieper in het losse zand.  We zoeken stenen om het pad te verharden en ja we komen een meter verder. Maar dan is het over en uit.

                                                                               Vast op de piste

Wat kunnen we doen? We hebben een goede schep bij ons. We kunnen takken en stenen zoeken. Wim heeft voor deze situaties een krik en houten blok om de auto omhoog .te krijgen. Het werkt maar niet voldoende. We hebben geen rijplaat zegt Wim, maar we kunnen een deel van de achterklep van de bedplank gebruiken. De plank heeft een alustrip en aan één kant vloerbedekking. We beseffen dat we niet verder door kunnen, maar moeten proberen terug te rijden uit de bedding en dan keren. Het lukt ons de wagen twee meter achteruit te krijgen. Dat geeft de burger moed. We zijn door het diepste punt heen.  Een berberherder die zijn schapen hoedt komt kijken en drukt even mee, maar het mag niet helpen. Alle pogingen stranden. Liesbeth heeft de hoop opgegeven. Wim blijft nog proberen met krik en stenen.

                                                                         ons zitje

We besluiten dat we hier overnachten en morgen gaan zoeken voor hulp. Het is nu te laat. Er is 4 kilometer van ons verwijderd een berbertent, waar je mensen ziet en een 4-wiel drive. We koken op de plek, een snelle macaroni maaltijd met een Hakzak, een pilsje en een wijntje. Dat hebben we wel verdiend na het harde werken.

Gelukkig hebben we onze verrekijker en een zaklamp. Tegen de schemer zendt Wim  lichtsignalen en toetert met de claxon. We richten onze slaapplaats in. Wim neemt zich voor áan het eind van de nacht geluids- en lichtsignalen te maken. Het geluid draagt dan ver. En  er is op gehoorafstand een berbertent. Van slapen komt maar ten dele iets. Door Liesbeths hoofd spookt ‘hoe komen we hier uit’. De auto staat diep en is niet te zien vanaf de gangbare weg.  Maar als we ’s nachts even een plaspauze hebben zien we hoe prachtig de sterrenhemel is. Wim slaapt redelijk, maar is er wel  5 uur uit om te toeteren. En om 7 uur nog een keer. Tsja, je moet wat.

Het is nog koud als we er om half negen uit zijn. Warme thee. Fijn dat je op zo’n plek ‘in the middle of nowhere’ iets warms kunt maken. Warme thee en snelle Jelle, want er is hier geen bakker in de buurt en het brood is op. Wat gaan we doen? Nog proberen los te komen? Toch maar niet. We besluiten te gaan lopen naar de dichtstbijzijnde berbertent waar we een auto zien aankomen. Wim seint nog met een spiegel en zonlicht. Liesbeth heeft de oranje hesjes gepakt. Trekt er één aan en Wim hangt de andere hoog in een struik. Dan zien ze dat misschien en wij kunnen de auto terug vinden. Want die staat helemaal verscholen. De belangrijkste dingen nemen we mee in onze rugzakken. We gaan met z’n tweeën, niemand blijft alleen of gaat alleen op pad. Dat is onze regel.

                                                                           onze 'buren'

We zijn nog niet halverwege als we zien dat er een trekker wordt gestart. En ja hoor, de bestuurder zwaait en komt dwars over de woestijnvlakte naar ons toe.  Hoera!!! Met zorg kiest hij zijn route. Hij spreekt alleen berber en legt met handen en voeten uit dat de trekker niet eerder kon starten: te koud. Hij wenkt Wim die mag op de trekker. Vrouwen niet dus. Liesbeth loopt terug, een goede oefening voor de koude stramme tenen. Binnen 5 minuten is de auto losgetrokken en gekeerd. Zo iets willen we niet meer meemaken. We weten nu dat deze auto met automaat niet geschikt is voor dit  soort terrein. We bedanken onze berberboer. Hij wil er niks voor hebben, maar Wim geeft hem 50 Dirham. Voor hem een fortuin.  We zijn even   #trotsopdeberberboer.

                                                                            de berberboer

Weer op weg, de weg terug. Het is een wirwar van sporen en afslagen. We zien de masten waar we heen moeten. Maar welke weg kiezen we?   Er is een militair bij een lemen hut die daar patrouille doet. Hij wordt over 5 minuten afgelost en zegt dat we achter de auto kunnen volgen. En dat hebben we gedaan.  Tot Bouarfa rijden ze voor ons. Ze houden bij de rotonde in Bouarfa even in. Het raam gaat open, ze zwaaien. Wij zwaaien terug en rijden Bouarfa in.  Wat kan een mens blij zijn met een beetje hulp. Zo maar, onbaatzuchtig.

Tegen half 2 zijn we In Bouarfa. We zoeken een bank, kopen brood, groente en eieren. Of we de eieren gekookt of vers willen? Vers natuurlijk. We maken een boterham met kaas. Oh wat is dat lekker. We rijden verder. We zien de andere aanduiding naar (El)  Mengoub. Hier hadden we kunnen uitkomen, grappen we. 

                                                                               Eindpunt piste

We komen vlak langs de Algerijnse grens op de plaats waar de kaart aangeeft dat we door Algerije rijden. De grens is ook hier niet meer dan een aarden wal. Het landschap is tot Boudnib eentonig. Na Boudnib wordt het landschap totaal anders. De woestijn zal hier bloeien als een dadelpalm, zegt Wim, verwijzend naar de bijbelse (Jesaja) vergelijking ‘als een roos’. Over een afstand van 53 km is de woestijn in cultuur gebracht. Dat wil zeggen met grote machines geëgaliseerd met afgeperkte percelen waar grote palmeries worden aangelegd. Het lijken net oorlogsgraven, zegt Wim als je op afstand de net geplante en met plastic afgedekte palmstekken ziet. Bij iedere palmerie een groot bassin en soms een nog groter hekwerk en ‘kasteel’ voor de eigenaar. De cultivatie gaat aan beide zijden van de weg minstens 2 kilometer het land in. Iedere palmerie is goed voor minstens 10.000 stekken. Tel uit je winst over 20 jaar. Maar: als er zoveel extra dadels over 20 jaar tegelijk op de markt komen zal de prijs dalen.

Bij Errachidia twijfelen we. We gaan toch naar Merzouga rijden. De route door een deel van de Ziz-kloof is prachtig. We  komen langs  plekjes die we ons van 2 jaar geleden herinneren. Liesbeth merkt op, dat het er zo goed uitziet. Het lijkt alsof het meer ontwikkeld is, er zijn meer vrouwen met westerse kleding.  Net voor het donker is rijden we Merzouga in. Snel zetten we de wagen klaar. Een maaltijd bij la Gazelle bleue: een heerlijke linzensoep, een tajine met (kip)couscous, een toetje met mandarijnensaus, fruit en thee zonder suiker. Warm en met een volle maag gaan we slapen. Dat wil wel  lukken na vorige nacht.

22 Reacties

  1. Ina:
    10 januari 2020
    Wat een heerlijk team zijn jullie toch.....
  2. Ellen en Rien lodder:
    10 januari 2020
    Jeeeetje, iets te veel avontuur!
  3. Hilda:
    10 januari 2020
    Geweldig Liesbeth! Spannend.... #tochblijdatikhetlees
    #nietzelfmeemaken
  4. Marjon Hoftijzer-Boer:
    10 januari 2020
    Wie reist maakt bijzondere avonturen mee. Dit is er een om niet te vergeten, maar ook om vooral niet teveel over na te denken.
  5. Marjolein:
    10 januari 2020
    Heftig hoor! Ik vind jullie heel dapper!
  6. Maria Teeuwe-Holtslag:
    10 januari 2020
    Wat een rit en wat een team-work.
    Zo'n bijzondere tussenstop komt in geen enkel draaiboek voor! Of was dit een bijzondere training voor de Dakar-race?
    Spannend, maar we genieten van jullie avonturen.
    Slaap lekker en tot het volgende avontuur, lieve groet van ons.
  7. Chantal:
    10 januari 2020
    Wim en lies on tour.. 👌😉
  8. Eke Krug:
    10 januari 2020
    Poeh, kan me voorstellen dat Liesbeth niet veel geslapen heeft, wat een avontuur, gelukkig met een happy end.
  9. GiMeFlDa:
    10 januari 2020
    Tjonge, mag wel ietsjes minder hoor, stelletjes avonturiers. 😳😱
    Daarna kan je wel weer extra genieten van de ‘gewone’ dingen😘😘
  10. Sylvia Eekelder:
    10 januari 2020
    Heftig avontuur vind ik. Jullie zijn niet bang!
  11. Wil Buscop:
    10 januari 2020
    Bewondering!
  12. Hans Prince:
    10 januari 2020
    we zien jullie toch nog wel terug hoop ik...…...
  13. Jenny Stolk:
    11 januari 2020
    Wouw. Wat spannend. Fijn dat er altijd mensen zijn die willen helpen. Fijn ook dat we mee mogen beleven. Geniet en een goede reis verder.
  14. Jiska en Pim:
    11 januari 2020
    Misschien hadden jullie Ikram mee moeten nemen..😄
    Fijn dat jullie veilig verder zijn gekomen. We vreesden het al een beetje toen de berichten niet meer aankwamen die dag, wetende dat je de verleiding van die weg maar moeilijk kon weerstaan 🤔
    Verder herkenbaar! We hebben jullie nog een eindje gevolgd :).
    Goede reis!
  15. Wim en Liesbeth Wessels:
    11 januari 2020
    😄Dat was ook onze eerste gedachte: " Ikram is the best', maar ja voor haar was het 'a bad route' , no go. 😍
  16. Anja:
    11 januari 2020
    Wat spannend en dapper van jullie. Voor mij iets te avontuurlijk, maar mooi om te lezen dan de mensen zo behulpzaam en gastvrij zijn👍🏼😁
  17. Jeanette de Vries:
    11 januari 2020
    Daar had ik accuut een hartverzakking van gekregen.
    Gelukkig zijn er toch nog overal hulpvaardige mensen op de wereld en jullie komen ze ook tegen.
    Achteraf een mooi verhaal voor het reisboek.
    Hou jullie haaks!
  18. Lisette:
    11 januari 2020
    Geweldig. Wat een avontuur
  19. Thijs:
    11 januari 2020
    #trotsopjullie
  20. Jo Huijsman:
    11 januari 2020
    Wat een avontuur, maar als echte maatjes kun je alles aan.
  21. Antoinette:
    11 januari 2020
    Een spannend verhaal met gelukkig goede afloop! Echte globetrotters!
  22. Rob en Kitty:
    15 januari 2020
    Wat een avontuur! En jullie kunnen het nog navertellen ook!😱