Langs de Ziz en over piste Tizi N Alt

31 januari 2024 - Ouarzazate, Marokko

Als we op maandag 22 januari in Er-Rachidia vertrekken beginnen we op vertrouwd terrein: we gaan de Zizkloof in. We rijden langs een groot stuwmeer. Het is 6 jaar geleden. Liesbeth heeft toen in een zijdal haar inspiratie opgedaan voor haar quiltwerkstuk  Ait .  De weg is ondertussen erg veranderd. We rijden nu over een brede tweebaans autoweg en zijn het zijdal al voorbij voor we er erg in hebben. Hetzelfde geldt voor de weg naar de tunnel, waar het mooiste deel van de kloof is. We krijgen geen echt ‘kloofgevoel’ meer.

GRMN0996     GRMN1004    GRMN1015   GRMN1021   GRMN1024     GRMN1026     GRMN1030  

We ‘zoeven’ snel naar Rich, waar we een bergroute beginnen. Het is vergelijkbaar met de route vanaf Ait Hani, maar dan nu in omgekeerde richting. We ontdekken dat we een groot deel van de tocht langs de rivier Ziz en de zijtak N’Igli rijden. Hier zijn alleen in het begin van de route groene gebieden tot het dorp Tillechte. Het klimaat is kennelijk anders want hier vindt geen amandelteelt plaats. Het dal is veel droger dan het vorig dal.

GRMN1041      GRMN1044     GRMN1053     GRMN1078  

GRMN1082    GRMN1175     GRMN1118     20240123_130702

20240123_132144     20240123_132620     20240123_135904(0)     20240123_132525

Als we het Ziz/N’Igli rivierdal bij Almaghou verlaten komen we in het verlengde van de Todrahkloof. Ons ommetje zit erop en we gaan naar Imilchil. We zijn dan ondertussen op ongeveer 1700m hoogte.

20240124_150033

Na het dorp Bou Azmou stoppen we bij een aantal moeders met kinderen. We besluiten ook hier uit ‘te pakken’. Ook de vrouwen staan open voor contact, pennen en schriften. Het is weer een dankbare uitdeelactie. De vrouwen komen uiteraard niet op de foto.

20240123_152659        20240123_152744     20240123_152736

Tussen hoge bergen (2500m) door rijden we naar Imilchil (2119m). Het is een bergdorp met nauwe straten waar op het moment dat wij erdoor komen veel activiteit op straat is.

GRMN1218

Het is een bekend dorp vanwege een zomerfestival, dat haar oorsprong vindt in een huwelijksceremonie, wat feitelijk een huwelijksmarkt (moussem) was. De moussem is oorspronkelijk een bedevaart voor een heilige, die  wordt gecombineerd met feestelijkheden, een grote markt, kamelen- of paardenrennen. Normaal was dat meisjes niet mochten praten en zeker niet trouwen met een man van een andere stam. De moussem komt erop neer dat meisjes en jongens van andere stammen elkaar vrijelijk kunnen spreken en ontmoeten. Maar alleen tijdens de moussem. En dan alleen onder het toeziend oog van een familielid. Het zijn de vaders die hun dochters ‘showen’ om echtgenoten te vinden. Als tijdens de moussem een vrouw het voorstel van een man om te trouwen accepteert zegt ze traditioneel: ‘je hebt mijn lever gestolen’. Maar wie dieper zoekt in de bronnen van de overlevering ontdekt dat feitelijk de moeder van de aanstaande bruidegom heeft bepaald welke vrouw partner wordt. En daarmee komt te staan onder haar hiërarchie.  Als de jonge stellen op deze manier elkaar ‘gevonden hebben’ kunnen ze tijdens de moussem naar de tent van de ‘adoult’. Dat is de ‘advocaat’ van de stam die de huwelijksgelofte afneemt, wat is ondertussen overgegaan in het tekenen van een huwelijks overeenkomst. Op de moussem huwelijksdag tekenen soms 40 stellen hun gelofte.

De moussem van Imilchil leest als een nomadische Romeo en Julia. In de Hoge Atlas rond Imilchil bestreden twee Amazigh Ait Haddou stammen elkaar: Ait Brahim  en Ait Ya’za Het was onmogelijk dat geliefden uit de twee stammen zouden trouwen. Een jongen Isli van de stam Ait Brahim and een meisje Tislit van de stam Ait Ya’za waren verliefd op elkaar. De vader van de jongen zou dus nooit toestaan dat zijn zoon een vrouw van de andere stam zou kiezen. En omgekeerd ook niet. De twee geliefden besloten naar de berg Isslan  (3085m) te vluchten. Terwijl ze daar zaten realiseerden ze zich dat ze hun ouders, broers en zusters en vrienden hadden moeten achterlaten. Ze huilden dagen achter elkaar. Hun tranen stroomden zo rijkelijk dat ze twee meren aan de voet van de berg Isslan vulden.

20240124_092606

Maar ze beseften ook dat ze door te vluchten een grote fout hadden gemaakt, want ze zouden nooit kunnen terugkeren naar een dorp. Ze besloten zich ieder te verdrinken in hun eigen tranenmeer, in plaats van verder gescheiden te moeten leven. Ze beloofden elkaar iedere nacht uit hun meer te komen om elkaar te kunnen ontmoeten.  Nadat de rivaliserende stammen de tragische dood ontdekten werd het de start van de moussem. Geliefden van verschillende stammen konden vanaf dat moment daar trouwen. 

Wij staan bij Auberge Tislite, aan het gelijknamig meer, waar we worden ontvangen door Said en Moha. Als we ’s avonds nog even naar binnen gaan zitten we gezellig rond de grote kachel, die het vertrek verwarmd. We krijgen thee en we vertellen onze verhalen. De mannen vertellen in deze theeronde niet veel over zichzelf. We zullen de volgende morgen een ontbijt nemen en Said belooft  dat het een Kings Breakfast zal worden, nadat hij de naam van Elisabeth combineert met de Engelse Queen. De ruimte waarin we zitten wordt druk bezocht, wat af te leiden is uit de vele stickers van bezoekers. Maar ook uit het gastenboek waarin iedereen ter controle door de gendarmerie zijn gegevens moet noteren. De wanden zijn versierd met twee grote muurschilderingen.

20240124_090108     20240124_100629  

We zitten om 9 uur aan het ontbijt. We krijgen de traditionele berber pannenkoekjes. Het is een rijk gevulde tafel. Alles is met smaak en zorg klaar gemaakt. Het is tijd voor een diepere uitwisseling met Said en Moha. Moha komt uit Khenifra, wat hemelsbreed redelijk dichtbij ligt. Said uit een dorp in de buurt. Said spreekt goed Engels. Hij heeft twee jaar rechten gestudeerd in Fes. Hij is daar duidelijk trots op, zeker als hij hoort dat Wim jurist is. De beide mannen passen op de auberge, want ‘le patron’ is op reis naar Meknes. Moha legt uit dat de gewaden op de muurschildering laten zien hoe de mannen en vrouwen in de verschillende stammen van dit gebied traditioneel gekleed zijn.  De mannen gelijk, maar de vrouwenkleding verschilt in de mantel en het hoofddeksel. Said vertelt dat het verhaal van Tislit en Isli ook verwijst naar de twee karaktereigenschappen van sultan/koning Ahmad al-Mansur. Hij was  weldoener (Tislit) en zakenman/veldheer (Isli).

20240124_090337   20240124_092411     moha     said

We gaan naar meer Isli. Onderweg treffen we een nomadengezin met geiten en schapen: een vader, een jongen van 13, een jongetje van 7 en een meisje van 5. We stoppen om potloden, tandenborstels en schriften uit te delen. Liesbeth gaat een foto maken van de schapen die water drinken en krijgt een lelijke blik van de herder. De vader van de kinderen vraagt Wim om een broek, want zijn jeans zijn compleet versleten. De jongen vraagt Liesbeth om sandalen want één van de sandalen is helemaal kapot. We zoeken in Wims kledingkrat en geven hem een trui. Zodra we de ‘cadeautjes’ uitdelen draait ook de herder bij. We worden uitgezwaaid. Op de achtergrond zien we een vrouw bij hun nomaden hut staan. Wat een onvoorstelbaar leven hebben deze mensen. Geen geld voor kleren en schoeisel. We nemen ons voor: volgende keer toch meer meenemen.

20240124_104052     20240124_104316     GRMN1207    GRMN1208

Vlak voor het meer komt ons een fietser tegemoet. Hij stopt en begroet ons. Hij bedankt in gebrekkig Frans dat we zijn gebied bezoeken. Nadat we bij meer Isli zijn geweest zullen we hem een doosje paracetamol, ibuprofen en een flesje water geven. Hij is beduusd en stopt het snel weg.

GRMN1204

Na Imilchil stoppen bij een groepje kinderen en een ouder meisje. Wim begint met uitdelen.

20240124_122251    20240124_122539     20240124_122547    20240124_123115  20240124_123125

Er komen twee campers aan. De voorste chauffeur knippert met de lichten en zwaait vanuit het raam. Wim gaat met de kinderen meer aan de kant staan. Liesbeth krijgt het eerste commentaar. Bij Wim stopt hij opnieuw: ‘Du sollst weiter fahren” klinkt het uit het raam. Wim maakt een gebaar dat hij er langs kan en zegt “Quatsch so zu reden, du kannst einfach weiter fahren”. Het is duidelijk een type van ‘Hoe heurt het eigenlijk in Marokko”.  Dan volgt het verwijt dat Wim cadeautjes uitdeelt. Wim antwoordt dat we dit altijd doen. ‘Ich komme  schon  20 Jahre in Marokko. Du sollst dass nicht geben.” Wims antwoord is kort:  “Welch ein Blötsinn” en draait hem de rug toe.  Nu de ervaring en het advies van manlief zo denigrerend wordt afgedaan, klinkt gekrijs van de bijrijdersstoel. De man vertrekt boos. De tweede camper houdt wijselijk het raam gesloten en volgt trouw de leider. Later hoort Wim van Liesbeth dat zij te horen kreeg dat wij ervoor zorgen dat de kinderen de volgende keer stenen gaan gooien als ze dan niets krijgen.  Om in uitdeeltermen te blijven: wat een potlood is die man.

20240124_123621

We nemen de afslag naar de Dadeskloof. Het staat bekend als een zware piste. Wij zijn verbaasd over de eerste 15 kilometer: die zijn breed geasfalteerd. We stoppen bij Auberge la Grotte voor een lunch. Terwijl we daar zitten horen we twee vogels: adelaars. Ze zitten hoog in de bergwand op een nest. Het lukt om er eentje op de foto te krijgen. Een bijzonder moment. We rijden verder en op het hoogste punt leggen we de hoogte vast: 2899m.

20240124_134336         20240124_132242      20240124_133712

De weg naar beneden gaat over in een smalle richel van 4-5 meter breed. Een diepe afgrond van 300m naast ons en het asfalt is overgegaan in steen en zandpiste. Het stuift verschrikkelijk. En we moeten 25 kilometer naar beneden om weer op asfalt te komen. De hellingen zijn op een aantal plekken 25%. Het is een pittige tocht, maar een geweldige ervaring. Er zijn weinig tegenliggers. We moeten in totaal vier keer wachten bij een passeerstrook. De snelheid is extreem laag. Een bromfietser en een 4x4 truck rijden soms dicht voor ons. Na een paar kilometer komen we op een bredere piste uit. Er wordt gewerkt. Een zestal shovels en kranen met trilhamers gaan de bergwand te lijf. De weg moet worden verbreed. Soms moeten we wachten tot grote stenen opzij zijn geschoven of we moeten onder de bak van een kraan doorrijden. De hele weg is op een paar plaatsen versperd omdat er grote rioolbuizen moeten worden geplaatst voor de afwatering. Dan rijden we ‘op het randje’. Wim leest dat het Ministerie van Verkeer verwacht dat op deze route binnen een jaar 18 kilometer bergstraat kan worden aangelegd. Dat betekent dat wellicht al volgend jaar grote delen van de ‘gevaarlijke piste’ als brede asfaltweg zijn aangelegd. Het is een verarming voor de ervaring.

2899m    GRMN1249     GRMN1250    GRMN1252

20240124_145600     GRMN1290     GRMN1258   GRMN1297GRMN1267    GRMN1270     GRMN1282    

Als we na 2,5 uur afdaling eindelijk weer op asfalt rijden verbazen we ons over de ontwikkelingen. We zijn dan 700m lager.   

2126m     GRMN1291

Er ligt inmiddels 22 kilometer asfalt in het gebied waar we zes jaar geleden nog werden tegengehouden door een volledige wegafsluiting. Zodra we een camping hebben bereikt komt de grootste verrassing: onze haren en kleren staan stijf van het grijswitte gruis. Onze auto aan de buitenkant idem dito. Maar: ook alles binnenin de auto is bedekt met een laag hardnekkig stof. We moeten de volledige inhoud van kleding- en voorraadkratten uitpakken en afwassen. Om daarna te ontdekken dat na de wasbeurt nog een tweede nodig is. Liesbeth zegt: dit doen we niet meer. Wim beaamt het: we rijden de piste de volgende keer van beneden naar boven. We zijn toe aan een douche. Gelukkig kunnen we die op de camping, alias hotel ‘berbere de montagne’, in een hotelkamer nemen. De auto wordt de volgende dag van binnen en van buiten bij een wasstraat voor 30 Dirham keurig gecleaned.

20240124_185115       Stof

Foto’s

8 Reacties

  1. Ria Olijslager:
    31 januari 2024
    Idd wat een armoede: kaal land, bruine bergen, waar moet je je geld mee verdienen? Geen gemakkelijk leven / blij met zo'n klein cadeau! Kinderen blijven kinderen waar je ook woont!
  2. Jo Huijsman:
    31 januari 2024
    Dankjulliewel
  3. Marian:
    31 januari 2024
    Mooi verhaal, ik ben nu al fan 😉
  4. Gea:
    31 januari 2024
    Wat een belevenissen allemaal. Geweldig beschreven.
  5. GiMeFlDa:
    1 februari 2024
    Mooie belevenis weer. Hoewel de ontwikkelingen/wegwerkzaamheden voor de belevenis minder is, is het te hopen dat het de plaatselijke bevolking ten goede komt.
  6. Marijke Maris-Baan:
    1 februari 2024
    Wat een schitterend verhaal weer. Het blijft genieten!
  7. Hanneke:
    1 februari 2024
    Iedere streek lijt zijn Romeo en Julia verhaal te hebben.
  8. Jeanette de Vries:
    12 februari 2024
    Wat een geweldige belevenissen. Never a dull moment!

Jouw reactie