Kameel, erfgoed en aardbevingsgevolgen.

8 januari 2018 - Agadir, Marokko

Vanuit Ounara (wat ook als Ounagha wordt geschreven) vertrekken we naar de kustplaats Essaouira. Op weg naar de stad staan bij een mooi uitzichtpunt twee kamelen. Wim wil dat wel meemaken en vraagt naar de prijs en treft een half Nederlands sprekende Marokkaan. Zoals hij verwachtte wordt geen prijs genoemd. Prachtige foto meneer, Amsterdam mooie stad meneer. Prachtig meneer. Na de rit: 'wat kost het?' 500 Dirhan meneer, speciale prijs. 'Geen sprake van. U krijgt niets want ik vroeg u de prijs vooraf.' Meneer, meneer 200 Dirhan dan. (Ze zien dat ik naast 20 en 50 Dirhan ook 200 Dirhan heb.) 'Nee ook geen 200.' Meneer, meneer en voor mijn kameel geen geld? Alstublief meneer. 'Ik geef 50 Dirhan (=€ 4,10) en 20 Dirhan (=€ 1,80) voor de kameel. En als dat niet goed is helemaal niets.' 'Meneer, meneer' ondertussen handen smekend. Daarmee is de kamelenrit betaald. Het was een goede deal met mooie foto's.

De haven en de versterkte buitenmuren van Essaouira zijn op de lijst van Werelderfgoed geplaatst. We parkeren buiten de stadsmuren en gaan door de poort Bab Sebaa de nauwe straatjes van de medina (=ommuurde stad) in. Al heel vroeg werden hier purper verfstoffen verhandeld. Opvallend is dat de vorm van de forten en stadsmuren Europees is met aan de binnenkant Moorse versieringen. Tja, werk in opdracht van Lodewijk XIV.

In het haventje is het levendig druk. Er liggen veel kleine blauwe vissersboten. Sommige worden met een kraan van de hoger gelegen kade te water gelaten. Er is een scheepswerf waar twee hier gangbare grotere vissersboten voor reparatie liggen. Daar tussendoor krioelen toeristen en plaatselijke bevolking langs de vele viskramen. En -als overal bij de soeks die we zien- wordt er naast kleding, kleden, keramiek en fruit, oud ijzerwerk en prullaria aangeboden. Er is ook veel houtsnijwerk. Diep donkerbruin van de Thujaboom.

We horen een fluitspeler met speciale fluiten. Wim, altijd geïnteresseerd in muziek, vraagt om uitleg. Een pré in Marokko is dat zodra je belangstelling toont de bevolking en de handelaren uiterst vriendelijk zijn. Wim spreekt ze aan, geeft ze een hand en krijgt uitleg. Een verkoper van een winkeltje legt uit dat hij een mix heeft van Moorse en Keniaanse attributen (maskers, speren, schilden). Zodra hem duidelijk is dat Wim daarin niet geïnteresseerd is komt hij met zilver- en koperwerk. Een oud kompas, my friend, waarmee schepen vroeger de zee opgingen. Inderdaad interessant. Maar geen deal. "No problem my friend".

Vanaf de twee vierkante fortplatforms is er een mooi zicht op stad, de kust en de Mogador: het oude fort, door Portugezen gebruikt voor de specerijenhandel, dat voor de haven in zee ligt. Net als verraderlijke rotsbanken.

We verlaten de stad en rijden via een 'binnenweg' (N1) naar Agadir. Het landschap is adembenemend mooi. We stoppen een aantal keren. Ook vanwege wegafzettingen door de politie. Op alle wegen is veel politiecontrole met laserguns voor 80, 60, 40 km overtreders. We zijn ervoor gewaarschuwd en hebben één keer met een vriendelijk woord door mogen rijden. "Betaal wat ze willen. Ga niet in discussie. Soms betaal je gewoon ook al deed je niks verkeerd. Je bent in Marokko."

Je kunt onderweg ook regelmatig stoppen bij een parasol. Meestal bemand (!) en voorzien van flessen araganolie; dé specialiteit van berbervrouwen in deze streek. Ze richtten 'Coöperative feminine' op om in eigen inkomen te voorzien. (De mannen zijn vaak ver en lang weg om elders werk te vinden.) Zwaar werk, de harde pitten van de araganvrucht uitpersen. Je moet ongeveer 4000 pitten pletten voor 1 liter heilzame olie. Eerst gebeurde het buiten met grote stenen. Later in de coöperaties met machinale hulpkracht. De meeste coöperaties lijken gesloten.

Voor we bij Agadir zijn rijden we ongeveer 30km vlak langs de kust. Mooi, maar voor ons geen stop waard. Agadir is een grote stad die in 1960 is getroffen door een immense aardbeving: 15.000 doden, hele stad vernield inclusief het fort (de kasbah) bovenop de rots. Wim kan zich herinneren dat op de lagere school geld is ingezameld.
Door de verwoesting is er weinig van de geschiedenis over.

We staan op camping International vlakbij de haven. Het is druk bezet met langblijvers, die allemaal hun eigen porta-potti hebben. Misschien is het daarom een zooitje op de camping met gore toiletten en douches. We lezen te laat dit soort reviews. We vragen naar wifi, wat ze aanbieden. No sir, no wifi. Maar als we wifi willen kan er wat geregeld worden, sir. Een vaste campinggast neemt het over. 'Wifi gratis, vlakbij groot hotel, ik geef u code.' Hij rijdt met z'n brommertje voor en zo komen we bij een rijtje meegebruikers te staan. 'Prima geregeld sir. Hier 2 Dirhan sir.'

Dit is gebruikelijk. Want zodra iemand iets voor je doet geldt in Marokko 'voor wat hoort wat.' Bijvoorbeeld bij de benzinepomp helpt iemand en die geef je een extra bedrag. Daar staat tegenover dat de Dirhan heel goedkoop is (1 Dirhan = ca € 0,09) en ook de benzine (€ 0,85 - € 0,92). Omdat we vlak achter het hotel staan blijkt de voor-wat-hoort-wat contrabeloning pas later: keiharde discomuziek tot 2u 's nachts. Toegegeven: wifi is de enige voldoende in onze score.

We lopen 's avonds langs de haven. Er zijn slechts twee restaurants waar wijn en bier geschonken wordt. Gekscherend zeggen we al een paar dagen: Marokko zorgt ervoor dat we alkoholvrij in NL terugkomen.

We besluiten door te trekken. Agadir biedt ons niets. We verdwalen bij een zoektocht naar een Carrefour. Dinsdagmorgen gaan we naar de verwoeste kasbah. Het is onvoorstelbaar, maar alleen de muren staan er nog. En gelukkig ook de poort met als opschrift: 'Eert God en prijst den Koning 1746' Jaja ook toen al lieten we hier onze sporen achter. Wim kan niet zo op de daarbij horende mentaliteit komen. We gaan (toch) verder het zuiden in. We willen woestijn zien en bergen. Tiznit wordt een tussenstop. Daarna nog iets zuidelijker en dan begint de 'terugreis'. Het zal anders lopen.

Agadir is een moderne, kleurrijke stad. Ook kwa bevolking. Maar zodra we buiten Agadir zijn zien we steeds meer gesluierde vrouwen en wordt de veelkleurige kleding somberder/monotoner. En ook meer degelijk/ouderwets. Vijftiger jaren stijl. Het is duidelijk: we zijn op het Marokkaanse platteland en in berbergebied. We genieten ervan.

3 Reacties

  1. Jo Huijsman:
    12 januari 2018
    Jullie worden super onderhandelaars.
  2. Dirk batenburg:
    12 januari 2018
    Ja,ja zo komt wim splinter dooŕ de winter.
  3. Ria olijslager:
    13 januari 2018
    Leuk hoor , op deze manier met jullie mee te reizen...