ruïnes en hun verhalen

3 augustus 2019 - Östersund, Zweden

Op zaterdag 3 augustus is het ’s morgens bewolkt in Trondheim en het noordelijk deel van Noorwegen. Dat heeft gevolgen voor de astmaklachten en vermoeidheid van mij (Wim). Tijdens de tocht door Noord Rusland en Noord-Noorwegen was de invloed van de luchtvochtigheid steeds merkbaar. Dat is een bekend gegeven, waar we ons vanaf het begin van de tocht naar het noorden bewust van zijn. We hebben Enskjaer (Vesteralen/Lofoten)  verlaten omdat daar grondmist op kwam zetten. We concluderen dat de omgeving van de kust een te hoge tol eist qua gezondheid.   Je verlegt voortdurend je grenzen om ‘toch nog’ een voorgenomen streek of plaats te zien. Maar de rek is er uit. We hebben een prachtige tour langs de Barentszzee en Noorse  Zee gehad met veel hoogtepunten. De fjorden die naar het zuiden toe  op onze weg komen hebben met hun zeelucht een diep het land ingaande invloed. We merken dat nu in Trondheim overduidelijk. We gaan kijken of het binnenland van Zweden nieuwe energie geeft.

We rijden door een prachtig afwisselend landschap vanaf Stjordal naar de grens met Zweden bij Teveldalen (E-14). Links van ons bergen met toppen van 900-1250m  deels bedekt met sneeuw. Rechts een slingerende rivier met daaraan liggende kleine dorpjes en landerijen. Er staan veel Noren te vissen in de Stjørdalselva. Er zijn ongelooflijk veel campings in dit dal, die allemaal een vignet voor ‘vissen’ op hun wegwijzer hebben.   Er zijn ook opmerkelijk veel Noren onderweg, die niet naar een camping gaan. Die gaan allemaal boodschappen doen in Zweden, grappen we. En jawel, na het passeren van de Zweedse grensplaats Storlien (10 huizen en 2 winkels waaronder een grote Eurocash) hebben we bij wijze van spreken de weg voor ons alleen.

De steiler rotsen van het Noorse landschap zijn overgegaan in een meer golvend landschap met  lagere toppen. Het lijkt op het noorden van Luxemburg. Gaandeweg komen we in een merengebied zoals we dat kennen van Finland. Het is genieten.  Bij Äre stoppen we even om te picknicken. Er is in de winter een groot skigebied. We zien  vanaf de toppen  de in de bossen  vrijgemaakte skihellingen. Er wordt veel gerst verbouwd en meer naar het zuiden zien we ook havervelden. Allemaal meer of minder goudgeel. De oogsttijd komt er aan. Het is altijd weer bijzonder om te zien hoe op deze breedtegraden deze gewassen in relatief korte tijd ‘rijp’ worden.

                                    Jämtland bij Äre                   Jämtland bergen meren bossen

We hebben van een zweedse adviezen gekregen over gebieden die interessant zijn. Er is een streek waar veel festivals worden gehouden. (Achteraf blijken die festivals merendeels in juli te zijn geweest.) Östersund is ons eerste reisdoel. Van daaruit gaan we naar het zuiden. We hebben op de camper-app een plek gevonden aan een meer waar we gratis kunnen staan. We rijden er heen en komen bij een oude ruïne (in Sunne) en zien daar tegenover een plek die klopt met de foto’s bij de app. Maar: de toegang is geblokkeerd door drie enorme rotsblokken. En er staat een bord, dat ‘camping’ verboden is. Wim maakt een melding om de informatie bij de app te updaten voor deze camperplek. Met de melding komt tegelijk een update ‘binnen’. De plek is niet meer toegestaan. Maar het goede nieuws is dat op 700m afstand, ook aan het meer, een andere gratis camperplek is.

Voor we daarheen gaan lopen we nog even rond. We staan aan het Storsjon meer, waar een vijftal eilandjes verbonden zijn met smalle bruggen en verbindingsweggetjes. Je moet wachten tot de tegenligger er overheen is. Het lijkt voor ons op Punkaharju in Finland, waar eenzelfde eilandengroep met elkaar verbonden is. Storsjon is het  op vijf na grootste meer van Zweden. Bij de voormalige camperplek staan een aantal beelden. Het ene lijkt een grote zeeslak, er zijn keien met grote schelpdieren en er is  een afbeelding van een zeemonster. We zijn op mythisch terrein.

‘Een lange, lange tijd geleden brouwen twee trollen, Jata en Kara, aan de oever van Storsjon een mengsel. Ze hebben geen idee wat het gaat worden. Op een avond komt er een vreemd geluid uit de ketels: gehuil, zuchten, gejammer. Met een luide knal springt een zwart slangachtig monster met katachtige ogen uit de ketel en verdwijnt in het meer. Het monster groeit en groeit; het wordt de schrik van de mensen. Een sterke spreuk, gesneden in een steen met de afbeelding van een zeemonster,  beteugelt het monster. Het krijgt de naam Storsjöodjuret, oftewel letterlijk vertaald, Groot Meer Monster.’

                                                                                         Zeemonster Storsjoodjuret

Rond 1635 maakt een monnik melding van het bestaan van het zeemonster. Een landeigenaar heeft het monster gezien en volgens de overlevering is op zijn grond  nog steeds de monsterafbeelding te zien. Dat is de plek waar tot voor kort campers konden staan. Het speelt zich allemaal af bij Sunne. In 1890 is er, na een aantal waarnemingen, in Östersund een burgerinitiatief gekomen om het monster te vangen. Dit krijgt zelfs steun van koning Oscar II. Sinds die tijd is het aantal waarnemingen (men beweert 300-500) met sprongen omhoog gegaan. Maar het kan nog gekker gaan met een mythe. In 1986 heeft de bestuursraad van Jämtland het monster Storsjöodjuret officieel tot bedreigde diersoort verklaard en het monster een beschermde status gegeven. Het was verboden ‘op het monster te jagen, het te vangen’. Het was zelfs niet toegestaan ‘het nest, de eieren of de verblijfplek  te verzamelen, te vernielen, te betreden’. (Je gelooft het niet tot je het officiële besluit op internet vindt.) Pas in november 2005 is dit besluit ongedaan gemaakt. Wie denkt dat hiermee het monster verdwenen is, komt bedrogen uit. Op de officiële website van Storsjöodjuret staan wervende teksten: “Ontmoet het beest”, “Ontmoet het monster”.  Een filmploeg toont met behulp van infrarood in 2008 een ‘warme massa’ aan in het meer. De Daily Telegraph meldt dat Zweden zijn eigen ‘Nessie’ (Monster Loch Ness) heeft. (Ooit hebben wij in 1975 in Canada bij Lake Okanagan (British Columbia) een verhaal van meermonster Ogopogo gelezen.) ‘t Kan verkeren.

We komen bij een jachthaven waar een 10-tal boten liggen. We mogen er gratis staan. Het is een unieke plek. Mensen uit de omgeving hebben hier hun boot, komen er zwemmen, hun waterscooter uitproberen, een grote forel op het meer vangen of water tanken voor de beesten. Iedereen is uiterst vriendelijk.

                Sunne jachthaven              Sunne jachthaven hut                       Sunne jachthaven kampeerplek

We krijgen uitleg over de ruïnes van Sunne, waar de boeren uit de omgeving slag leverden met het leger van de Noorse koning Sverre. De boeren in dit gebied vormden een eigen republiek en hadden zich tot dat moment door niemand laten overheersen.  Het werd in die tijd (al) een anarchiegemeenschap genoemd. Koning Sverre verliest de eerste slag, maar komt terug als het Storsjonmeer met ijs is bedekt. De boeren zijn verslagen in -wat wordt genoemd- de Slag op Storsjöns-ijs (in 1178). Sverre laat op de plek (ter kerstening) de eerste kerk bouwen samen met een verdedigingstoren en een kasteel (in de tijd een vierkant gebouw). De plek wordt dan ook met ‘karky’ en ‘kastel’ aangeduid. Het gebied blijft 400 jaar onder Noors gezag maar behoudt een eigen mandaat.  De Jämts hebben al die jaren met de Zweden  een haat-liefde verhouding gehad. In de 17e eeuw  worden de Denen (die samen met de Noren strijden) gezien als bevrijders.  Maar dat is van tijdelijke aard want met de Vrede van Brömsebrö (1645) wordt Jämtland (weer) Zweeds. En zal dat ondanks nog een aantal vijandelijke pogingen blijven.

                   Sunne kerkruïne                    Sunne kasteeltoren ruïne                          Sunne satelliet weergave

Jämtland heeft nooit adel gekend. En daarmee geen elitegroep met verworven rechten en privileges.  Er geldt slechts één regel: onder boeren is er geen (rangs)verschil behalve op grond van leeftijd en ervaring. Besluiten worden met éénparigheid van stemmen genomen. Als men niet tot een besluit komt blijft de zaak rusten totdat iedereen het erover eens is. In het dorp beslist de byalag over onderlinge problemen. De geest van vroeger leeft nog voort. Zo ging het en zo gaat het nog steeds. Uiteraard valt Jämtland inmiddels onder de werking van het Zweedse gezag met een meerduidig bestuur (landelijk en provinciaal).  Maar het is bijzonder dat men in een groot  gebied als Jämtland door de eeuwen heen deze mentaliteit en beslisstructuur voor dagelijkse, plaatselijke aangelegenheden heeft kunnen behouden.  

                                                                                 Jämtland       

Bij de jachthaven, met de prachtige naam Djupstans Bäthamn,  tekenen we.  Liesbeth maakt een tekening van een eilandje, Wim een studieschets van een den. We maken een vuurtje en ’s avonds is er een mooie zonsondergang.

Sunne tekening Liesbeth eilandje            Sunne studieschets Wim                 Sunne jachthaven vuurplaats                                Sunne jachthaven zonsondergang

Het voelt goed om verder van de zee te staan. Zondagmorgen  trekken we van Sunne naar Ytterhogland, waar we opnieuw aan een meer staan. Het weer is deze dag minder goed. In Ytterhogland heeft men een openbaar toilet- en douchegebouw.  We zien dat in meer dorpen. Er wordt veelvuldig gebruik van gemaakt, ook door passanten. Wat minder goed geregeld is in Zweden is het krijgen van Zweedse kronen. We zijn vier dagen op zoek geweest naar een bancomat in het gebied van Östersund tot Falun.  In de tussenliggende dorpen is er geen bankvoorziening. We ontdekken pas later dat de zweden  alles met mobiel of bankpas afrekenen. Op veel plaatsen staat nadrukkelijk vermeldt dat er niet contant kan worden betaald. Het is even wennen, maar het heeft een veilige en praktische kant. In de bus wordt ook alleen op die manier betaald. En wij de eerste dagen maar denken dat we zonder Zweedse kronen niet kunnen betalen.

Na een nacht Ytterland trekken we door naar Falun. We kiezen voor de binnenwegen en komen op deze manier door prachtige landschappen. Falun is een grotere plaats. Na drie dagen trekken zijn we toe aan  goede douche- en wasgelegenheid. Die vinden we op een camping aan de voet van een olympische skischans. Falun heeft allure, zoals zal blijken uit ons volgend verslag.

Foto’s

4 Reacties

  1. Ina:
    9 augustus 2019
    Jammer van je astma klachten Wim. Hopelijk doet het binnenland je goed. Blijft leuk om jullie te volgen.
    Xxx
  2. Thijs:
    9 augustus 2019
    Als we dit zo lezen dan loopy Nederland gewoon achter met mobiel betalen :) Hopelijk gaat het snel beter met de astma klachten. Fijne reis door Zweden!
  3. Jeanette de Vries:
    9 augustus 2019
    Weliswaar noodgedwongen je reis moeten aanpassen vanwege je gezondheid, maar gelukkig ook weer zeer de moeite waard.
    Geniet ervan! En ik met jullie.
  4. Jo Huijsman:
    10 augustus 2019
    Het monster overleefd.