top, topper, topst

7 februari 2018 - Sevilla, Spanje

Onze internetverbindingen zijn ronduit slecht in Zuid Spanje. Wel betalen maar geen connect. Via 4G is geen optie met grotere bestanden. Een enkele volger vraagt al bezorgd of ons reisblog is gestopt. Geen bericht is goed bericht is ons motto. Maar hier komt een deel van het vervolg. En hoe: 'een hele lap tekst' zeggen we maar als hint en waarschuwing. We hopen foto's te kunnen toevoegen.

We staan op vrijdag 2 februari op camping Las Dunas in El Puerto de Sta Maria. Een ruime mooie camping met redelijk veel overwinteraars. We verkennen de plaats maar komen in het laag seizoen voor veel gesloten deuren. El Puerto blijkt een goede uitvalsbasis voor tochten naar Cadiz en Jerez de la Frontera. Naar Cadiz met een catamaran en naar Jerez met de trein. Spotgoedkoop openbaar vervoer.

Cadiz ligt op een rots aan het eind van een landengte die een grote baai afschermt van de zee. Geen wonder dat de stad om haar strategische ligging een grote bloei doormaakte. De rijkdommen in deze wellicht oudste stad van Europa getuigen ervan. De stad heeft een prachtige witte uitstraling. Het oude centrum kent veel smalle straatjes, maar het is niet vergelijkbaar met de Marokkaanse smalle steegjes en ontelbare doorgangen.

We hebben de stad op twee plaatsen van bovenaf gezien. Vanuit de klokkentoren van een van de grootste Spaanse kathedralen en daarna vanuit de Torre Tavira (een uitkijk- of wachttoren). Je herkent van daar de Romeins, Moors en latere bouwstijlen. En je krijgt eersterangs plaatjes als met een Camera Obscura wordt ingezoomd vanaf Tavira. Een op dat moment ronddraaiende groothoekcamera waarmee de stad met al het bewegend verkeer, voetgangers en vogels wordt geprojecteerd. Fascinerend om mee te maken.

De kathedraal van Cadiz is een imponerend bouwwerk. Zowel van buiten als van binnen. In de kerk ligt de in Cadiz geboren componist Manuel de Falla begraven. Indrukwekkend is de crypte waarin hij is bijgezet. Een onder het altaardeel van de kerk immens gewelf met geometrisch ingedeelde nissen en dito metselwerk. Er is een prachtig hoogaltaar, waaraan koningin Isabella II financieel heeft bijgedragen. Isabella had een voorliefde voor Cadiz.

Zondag staat Jerez op de planning. Het begint op weg naar het station hevig te regenen. We twijfelen maar zetten, weliswaar een trein later, door. Jerez is de hoofdstad van de sherry waaronder het merk Domecq. Op zondag zijn de meeste gebouwen gesloten waaronder Alcazar (al vroeg in de middag) en de kathedraal (renovatie). Er lijkt in Jerez veel historie te hebben plaats gemaakt voor nieuwbouw en kantoren. Jerez valt ons tegen. We hebben helaas niets kunnen zien van Andalusische dressuur en manege.

Hierna staat Sevilla op onze lijst. We komen maandag aan op de camping in Dos Hermanas. Dit wordt in onze vakantie in ieder geval in Spanje de meest imponerende en 'mooiste' stad. Rijdend vanuit de voorstad word je al verrast door de rijkdom en grootsheid van oude, bijna majestueuze, gebouwen veelal uit de tijd van de 17e, 18e en 19e eeuw. Als we uit de bus stappen is het direct 'raak'. We staan naast het overweldigende plein Plaza d'España, waar in een halvemaanvorm gebouwen en torens wijzen in de richting van Amerika (de kolonies). Waar ook Palacio de San Telmo (= patroonheilige van zeevaarders) staat, dat is gebouwd in 1682 als zeevaartschool. Aangrenzend ligt het Parque Maria Luisa waar je ogen tekort komt. De rijkdom aan keramiek in vorm en kleuren, de bouwstijl zijn overblijfselen van vroegere Andalusische trots. Trots die getoond moest worden op de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling in 1929. Een nog steeds in gebruik zijnd immens hotel (Alfonso XIII) en het universiteitsgebouw ( toen een tabaksfabriek) dateren eveneens uit die tijd.

In de 19e eeuw was Sevilla grootleverancier voor Europese sigaren. Driekwart van alle sigaren werden in dit gebouw gerold door meer dan 10.000 sigarenmaaksters. Een daarvan, zigeunermeisje Carmen, zou inspiratie zijn voor de gelijknamige opera. Staand bij het Universiteitsgebouw vraag je je af waar de diepe gracht en de wachttorens voor dienden. Het antwoord is simpel: Sevilla beschermde op deze manier het koninklijk tabaksmonopolie dat aan de stad was verleend.

Maar het mooist van alles, in onze ogen, zal nog komen: de kathedraal en het paleis Alcazar. Om met de eerste te beginnen: de kathedraal van Sevilla, gebouwd op de ruïnes van een moskee met de klokkentoren La Giralda, de Patio de los Naranjos en het graf van Columbus. We hebben ruim 2 uur geboeid, verwonderd en overweldigd in de kathedraal doorgebracht, de grootste in Europa. De patroonheilige van de kerk, Santa Maria de la Sede, zit in de Capilla Major tussen een klaterval van goud op het altaar, omgeven door vergulde panelen waarop voorstellingen zijn uitgesneden en verguld. Een karwei waar Spaanse en Waalse beeldhouwers 80 jaar werk aan hadden. Het is alleen maar goud wat blinkt.

De bouw van de totale kathedraal heeft meer dan 100 jaar geduurd. In de verschillende kapellen staan prachtige afbeeldingen en schilderijen van heiligen. De orgelpartij met, naar men beschreef, honderden trompetpijpen torent majestueus boven het koor uit. We verlaten de kathedraal via de Patio de los Naranjos. Een kloostertuin binnen de muren. Dit deel is een restant van de moskee en de plaats met fontein waar gelovigen de rituele reiniging deden.

Na een korte lunchbreak zou de klokkentoren, La Giralda, volgen. Een 40m hoge klim. Ik mag gelukkig nog naar boven zegt Wim als hij leest dat het vanaf 70 jaar 'verboden' is als gidstour. De toren was vroeger de minaret bij de moskee. De eerste 25 meter weerspiegelen nog overwegend de vroegere bouwvorm daarvan.

We lopen verder door de stad. We willen de Torre d'Oro graag in. De toren staat een beetje scheef. Helaas deze hele week niet toegankelijk. Oorspronkelijk was het een Moors bouwwerk maar werd later als wachttoren gebruikt om de stad te kunnen waarschuwen voor gevaar. En 's nachts werd vanuit de Torre een ketting over de rivier gespannen om te verhinderen dat boten ongecontroleerd konden komen en gaan.

Aansluitend komen we bij de Plaza del Toros. De stierenvecht arena. Totaal niet onze sport, maar onlosmakelijk onderdeel van de Spaanse cultuur en traditie. We krijgen uitleg over de kleding, de heldhaftigheid van de toreador. En voor we de arena ingaan, bezoek aan de kapel waar de toreador de zegen vraagt. Menig Spaans bezoeker in onze groep moet en zal worden vereeuwigd op die plek. "Zouden ze ook bidden voor de stier?" vraagt Wim zich af. Het antwoord blijft uit.

We zien een ereloge voor genodigden. Eerste rang, 40 meter voor bestuur, sponsoren Zus en Me zo, officials, leden van de junta. 'Net als in de kerk' zegt Liesbeth. Ik denk niet dat ze hier plaatsengeld moeten betalen, zegt Wim, verwijzend naar Willemstads gebruik. Er is aan iedereen gedacht. Aan het eind is er plaats voor zes dierenartsen. We zien in gedachten onze dierenarts daar al zitten, als toezichthouder voor het dierenwelzijn. Ook de stier kan dus gerust zijn. Een must volgens de reisgidsen is een wandeling door de vroegere zigeunerwijk Triana. Fameus om de pottenbakkunst en de bloemen. Wij vonden anno 2018 weinig terug van die cultuur terwijl toch alle 'hop on, hop off' tours de buurt nog steeds als zodanig promoten.

We boeken voor woensdag een gidstour door de Alcazar, het koninklijk paleis. Dat blijkt in meerdere opzichten een topper te zijn: we lopen de lange wachtrij mis; we hebben een enthousiaste gids en Alcazar overtreft onze verwachtingen.

Alcazar was oorspronkelijk een Moors paleis, waarin delen van de oude Romeinse stadsmuur zijn opgenomen. Meerdere koningen hebben Alcazar laten omtoveren tot een (meer) christelijk ogend paleis. Veel keramiek, veel versieringen, veel afwisseling in stijlen. Het is opmerkelijk dat in het paleis veel Moorse teksten, symbolen en elementen zichtbaar zijn. Daarvoor was een logische verklaring, nl. dat Pedro I een goede verstandhouding wilde met een groot deel van de moslimbevolking maar ook omdat zijn buurman een machtige en geduchte Moorse heerser (uit Granada waar ook een Alcazar staat) was. Zodoende kregen ambachtslieden expliciet de opdracht veel mudéjar versiering in gangen en patio's aan te brengen. Het moest een betere (lees christelijke) kopie worden van Granada. In het pleisterwerk zie je koranteksten naast christelijke symbolen. In een tussenportaal naar een paleiszaal valt tussen alle versiering een Davidsster op. Pedro wilde ieder geloof gelijk behandelen maar bovenal zijn buurman te vriend houden en overtreffen.

Een ondeugend detail bij al deze versieringen ontbreekt niet. De Moorse buurman had ideeën aangereikt voor de versiering van de bogen in vertrekken voor de familie. De ambachtslieden combineerden de verschillende stijlen. Feit is dat volgens de Koran geen afbeeldingen van mensen en dieren mogen worden gemaakt. Wie de opdracht heeft gegeven voor het aanbrengen van twee poppengezichten aan het begin van een van de bogen blijft onduidelijk. Maar het statement is gemaakt. De zaal heet danook Patio van de Poppen.

Kosten nog moeite werden gespaard om het paleis exclusief te laten zijn. Grote geweven tapijten versieren de wanden van de kapel van koning Carlos V. Speciale wevers uit Vlaanderen waren ervoor ingeschakeld om de gobelins van 6x20 meter te maken. Op een drietal tapijten staan afbeeldingen van landkaarten uit die tijd: veroveringen van Spanje of de toenmalige kennis over de omringende kusten. Alles in 'projectie Napoli', dat wil zeggen vanuit het gezichtspunt van de kijker. Voor ons gevoel anno nu is de afbeelding 'op zijn kop' weergegeven.

Aan de paleispatio's grenst een grote tuin, waarin terrassen, fonteinen, in- en uitheemse bomen en planten en vooral veel keramiek zitbanken koelte en rust bieden. Het geheel is ommuurd met kantelen, torens en een enkele bomendikke poort. Want voor de dikte van een poortdeur is de boomdoorsnee bepalend.

Onze gids, Melissa, vertelt boeiend over de vele details en geschiedenis. Er is een Patio van de Joffers, daarvoor werden stucadoors uit Granada ingezet. Er is een Patio van Gips, waarmee de overgang naar de tuinen wordt vorm gegeven en waarin opnieuw veel Moorse details zijn verwerkt. Er is een Hal voor Ambassadeurs waar drie bogen in hoefijzervorm de ingang markeren. Dit deel is onder Pedro I tot stand gekomen. Dit oudste deel uit 1427 vormt het hart van het Real Alcazar.

Na deze rondgang zijn we totaal overweldigd zoals ook al uit deze beschrijving blijkt. We pauzeren in de tuin. Onze gidsgroep gaat naar de kathedraal. Van Melissa hadden we ook graag daarvan gisteren eenzelfde boeiende uitleg gehad, zeggen we voldaan en enthousiast tegen elkaar.

Tegenover de kathedraal staat het Archivo de Indias. Het zou de belangrijke rol van Sevilla laten zien tijdens de kolonisatie. Helaas was het overgrote deel van de huidige expositie gewijd aan de geschiedenis van de kanalisatie van de Guadalquivir, de rivier die in het verleden voor veel overstromingen zorgde. Boeiend, maar wij hadden graag kennis gemaakt met de grandeur van het Spaans koloniaal verleden.

We sluiten het bezoek aan Sevilla af met een Happy Hour op een terras tegenover het Universiteitsgebouw. Het is tegelijk de afsluiting van onze tour door Spanje. Morgen, donderdag, naar de Algarve. Albufeira in Portugal is ons reisdoel.

Foto’s

5 Reacties

  1. Jan Bolluijt:
    10 februari 2018
    Wim, jouw verhaal komt heel herkenbaar over. Idd een prachtige stad en veel te veel om in enkele dagen te omvatten. Wij willen dan ook beslist ook nog een keer terug!
  2. CA Smit-Ruitenberg:
    10 februari 2018
    Sevilla, kan ik me ook nog wel herinneren.
    Mooie verhalen
  3. Jo Huijsman:
    10 februari 2018
    Jerez. Toevallig heb ik net een boek gelezen die zich afspeelde in Cadiz en Jerez. Dank voor jullie verslag.
  4. Jeanette de Vries:
    11 februari 2018
    Waar het hart vol van is, loopt de mond van over.
    Ben er nooit geweest, maar zou het nu graag gaan bezoeken.
    Dank voor dit uitgebreide verslag.
  5. Hanneke:
    12 februari 2018
    Jullie brachten me terug in Sevilla, waar we ook 2x geweest zijn. Mocht je nog een keer teruggaan mis dan het Casa de Pilatos niet. Veel kleiner dan het Alcazar maar zo mooi intiem met dat ragfijne kantwerk in de bogen en de mooie tuin. Cadiz was toen ook een hoogtepunt. Wisten jullie dat de Muezzin vroeger te paard de toren op klom om op te roepen tot het gebed? In Jerez bezochten we een sherrybodega waar je al dronken werd van de alcohol dampen die tussen de vaten met rijpende sherry hingen. Nog heel veel plezier in Spanje.